5 december 2024
roergebied

Image

Melissa Giardina kiest ook voor … ‘Metaalmoeheid’ van Lieven Stoefs

De peetouders van ons gloednieuwe nummer #47 Confabulaties namen alle teksten door en kozen daarbij hun favorieten. Eerder kon je al een lievelingstekst van Melissa Giardina ontdekken en hier is al de tweede: ‘Metaalmoeheid’ van Lieven Stoefs. Nieuwsgierig naar wat zij vond van deze tekst? Lees dan gauw verder!

Vriendschappen zijn er en op slag niet meer. Nadien komen de vragen, heerst er stilte. Mannen praten niet, zonder woorden breken ze je hart.

In zijn nu al kenmerkende stijl beschrijft Lieven Stoefs in dit krachtige Metaalmoeheid een hechte groep jeugdvrienden, – wat ze deelden, waren gemiste kansen – maar hoe buigzaam is de vriendschap nog na tien jaar? En behoort het hoofdpersonage werkelijk tot die jonge bondgenoten, of bengelt hij aan hen vast als een schiereiland? Ik kan niet anders dan terugdenken aan Peninsula, het terecht bejubelde debuut van Lieven Stoefs, waarmee hij op de shortlist van De Bronzen Uil 2023 prijkte en dat ik reeds ontelbare keren cadeau deed aan vrienden. 

Melissa Giardina. (Foto: Michiel Devijver en Iedereen Leest)

Onuitgesproken pesterijen, zogezegd vergeten uitnodigingen, een volle kamer die stilvalt als je er binnenstapt – Stoefs brengt al die pijnlijke momenten als geen ander tot leven. Vriendschapsverdriet en de brokstukken van wat rest. 

Die Stoefs kan schrijven, en we zullen nog van hem horen. 


Lees hier de eerste pagina van ‘Metaalmoeheid’ van Lieven Stoefs:

Tegen het einde van die allereerste zomer bleek ik bij een groep te horen. Jeroen was de jongste en toch de leider, dat werd duidelijk als hij er niet was. Dan lummelden we, uren aan een stuk voetbalgames, soms een sigaret buiten. Met hem erbij waren er viergangenmenu’s, festivals en vakanties in Zuid-Frankrijk. Willem was de speelvogel, steeds bereid net iets verder te gaan dan de anderen. Soms maakte hem dat onuitstaanbaar, als hij, tot ieders ontzetting, luidop lachte met iemands uiterlijk of beperking. Toch deed zijn charme zelfs dat snel vergeten. Elke keer stak hij een oude grens over, waarna wij volgden. In Dries zag ik verbluffend intellect, zoveel scherper dan het mijne. En bij Kasper voelde ik hoe graag hij samen optrok. Soms dagen aan een stuk, om de beurt bij elkaar logerend. ’s Nachts hoorde ik hem ruisen, op het matje naast mijn bed, een zachte, zwarte beer.

Wat ons bond, waren gemiste kansen. We hadden geen gedeeld geboortedorp, middelbare school of scouts. Ieder van ons had meer verwacht van zijn tienerjaren, al werd dat nooit uitgesproken. Wat er niet gebeurde, vormde de grammatica van onze vriendschap. Willem droomde van een muziekcarrière, dat zijn talent in iets groots vorm zou krijgen. Hij sprak er vaak over, zonder ooit dichterbij te komen. Jeroen liep gebukt onder moeilijke schooljaren die zijn zelfvertrouwen licht maar tastbaar hadden gedeukt. De echo’s van zijn ouders die na het middelbaar meteen hun zaak hadden opgericht. Het idee van intellectuele achterstand dat onterecht en alleen bij hem leefde. Dries had in de jaren voor we hem kenden veel geobserveerd, maar weinig geproefd. En Kasper, die probeerden we weg te houden bij meisjes. Angstig dat hij openhartig zou worden na een pint te veel. 

Tijdens onze eerste reis sliepen we in een houten barak aan het water. ’s Avonds laat, rond de gietijzeren kachel, schikte Kasper stukjes kaas en spek in een gamel, zette die op het gloeiende deksel. Een zilte geur trok door de ruimte. Terwijl we voetbalhelden bespraken, vrouwen rangschikten en onze droomaffiche voor muziekfestivals samenstelden, bediende hij ons. Ik dopte de gesmolten, smeuïge massa op met hompjes brood. Rond mij de walm van sissend spek, knetterende houtblokken, dichte, gestraalde hitte en het zingen van mijn lievelingsjongens.

Een decennium vormden zij mijn thuisland. Een oord vol gelach, roes en beschutting. Ik besef nu dat ik maar met enkele lipjes land aan hen had vastgehangen. Een schiereiland, tegen beter weten in. Toen de eerste bevingen door de grond trokken, wimpelde ik ze af. Tot het te laat was en ik vergeefs, met al mijn macht, probeerde aan te klampen. Achteraf leek het logisch, waren onze verschillen te essentieel. Terwijl zij laat op de avond een joint lieten rondgaan, een nieuwe plaat opzetten, las ik liever. Ik zat bij hen in de zetel, keek af en toe op en lachte dan mee. Ik zocht een tussenvorm, zij duldden geen afwijkingen. Misschien was het metaalmoeheid: een niet al te hoge maar voortdurende belasting die onze vriendschap deed bezwijken. Spanningen te sterk voor de grillige banden van die ene, genadige zomer tien jaar eerder. 

De allerlaatste maanden waren er haperingen. Nieuwe plannen die me trager bereikten, vermoedens dat ik niet meer werd meegevraagd. Als we elkaar dan zagen, herwon ik even vertrouwen. Na een week zonder bericht, groeide de angst weer, ditmaal dieper. Tot hun zwijgen verder indikte, de bittere echo’s steeds onontkoombaarder werden. Dries moet al snel geweten hebben hoe het zou eindigen, maar op ogenblikken dat een verzoening mogelijk leek, hield hij dat tegen. Dan organiseerde hij, tegen zijn dralende natuur in, oudejaar zonder mij. Misschien wist hij dat elke toenadering tijdelijk zou zijn Foto’s van dat feest, zonder mij, lachende gezichten, dronken blikken. Een ultieme poging van mijn geest om andere verklaringen te zoeken voor de glimmende slingers boven hun hoofden. De flessen champagne in hun handen, de liefde in hun versmolten lijven.

Mijn laatste stap was om zelf iets op poten te zetten. Zoals ik Jeroen jarenlang had zien doen. Ik zocht  gemeenschappelijke vrienden op en organiseerde een weekend in de Ardennen. Vrijdag na het werk verzamelden we aan een tankstation vlakbij de autostrade. Zo’n uur later parkeerden we en liep ik na de anderen het huis in. Zonder dralen werden de kamers verdeeld. Ik ging de trap op. Aan het einde van de gang klonk hun gelach. Ik stapte de kamer binnen en zag twee stapelbedden, elke matras bezet. Ze keken even om en zetten dan hun mop verder.


Lees je graag de rest van dit kortverhaal? Koop  #47 Confabulaties in onze webwinkel of in een van deze boekhandels. Of word abonnee, dan krijg je automatisch dit nummer toegestuurd als welkomstexemplaar!


Lieven Stoefs. (Foto: Elte Peeters)

Lieven Stoefs (1982) is schrijver en ingenieur. Hij groeide op in Griekenland en woont in Leuven. In zijn debuutroman Peninsula (2022, shortlist Bronzen Uil 2023) schetste hij de liefde en de wanhoop in vier generaties van een familie. Zijn tweede roman, De zomer toen, verschijnt in het voorjaar van 2025, eveneens bij Pelckmans.


DIT BERICHT DELEN