30 mei 2022
Nieuws

Image

Gaea Schoeters kiest voor … ‘Afscheid’ van Bouke Schut

Bij elke editie van Kluger Hans horen traditiegetrouw twee trotse peetouders die hun favoriete teksten uit het nummer kiezen. Als een van de peters van #42 Chaos selecteerde ook Gaea Schoeters haar lievelingsteksten. Een van die teksten is het verhaal ‘Afscheid’ van Bouke Schut. Hieronder lees je waarom Gaea Boukes tekst koos:

Gaea Schoeters met #42 Chaos.

“… een wonderlijk verhaal. Hoewel de ‘ik’ uit het verhaal het nooit rechtstreeks over zichzelf heeft, maar alleen over hoe andere mensen hem zien, schetst Bouke toch een prachtig portret van zijn hoofdpersonage. En dat vanuit een heel consequent en spannend perspectief: je hebt echt het gevoel dat je in het hoofd van die twaalfjarige jongen zit. Een bijzonder hoofd, dat prachtige lange zinnen maakt, net zo lang als zijn gedachten, die evenveel kanten opspringen.

De gebeurtenissen, even klein als ingrijpend, worden met trefzekere beelden en anekdotes geschetst. En met heel veel humor: ik was al verkocht bij de anekdote over de nep-paashaas, en toen moest het drama met de Cats-cd nog komen. Toch is het verhaal allesbehalve onbetekenend: onder de kleine drama’s aan de oppervlakte schuilen veel grotere. Maar Bouke verstaat de kunst om heel licht over zware dingen te schrijven. Een zeldzame gave, en volgens Renate Dorrestein een Heel Goed Teken.


Zelf benieuwd naar de tekst die deze lovende woorden opwekte? Lees hier de eerste twee pagina’s uit Boukes verhaal:

‘Afscheid’ door Bouke Schut

Ken jij Claudia nog? Papa noemt haar altijd ‘die oranje tennismoe­der’, maar eigenlijk is ze de moeder van Ruud, bij wie ik elke vrijdag speel. Ze draagt van die knalwitte sportschoenen en ruikt heel lek­ker naar wasmiddel en thuis zingt ze heel hard mee met de cd van de musical Cats – ze kent elk liedje uit haar hoofd – en toen ik haar vroeg hoe ze al die moeilijke woorden kan onthouden zei ze dat het een kwestie van oefenen is, oefenen oefenen oefenen, op een dag zing je zonder erbij na te denken, en ik knikte en ging weer op zoek naar Ruud, die boven met een tennisbal tegen zijn slaapkamerdeur gooide. Waarom mag Ruud dat eigenlijk wel bij hem thuis en niet bij ons? Papa zegt dat hij een Ruud­tax heeft, maar ik weet niet zo goed wat dat betekent.

Ik loop Claudia vaak voor de voeten. Als ze bijvoorbeeld aan het stofzuigen is (ze heeft een stofzuiger zonder snoer, zoiets heb je nog nooit gezien, een soort bezem met knipperlichtjes en een draaiende kop) dan mag ik niet naar beneden komen voor een glas water, want als ze me ziet begint ze te zuchten en zet dan haar stofzuiger uit en kijkt me zwijgend na terwijl ik mijn glas onder de kraan hou en weer terug loop en dan zegt ze: ‘We hebben boven kranen, Boris,’ en dan zeg ik ‘oh ja,’ en pas als ik halverwege de trap ben zet ze de stofzui­ger weer aan. Of toen ik Ruud zocht (soms lijkt het net of Ruud zich de hele tijd voor mij verstopt, ik ben de helft van de dag naar hem aan het zoeken) en Claudia met een gil tegen me opbotste en ik me aan de trapleuning moest vastgrijpen om niet te vallen en haar toen vroeg waar Ruud was. In de stilte tussen ons klonk het geluid van Ruuds schietspelletje uit de woonkamer. Ik zei: ‘Sorry,’ ook al wist ik niet zo goed waarvoor.

Claudia noemt mij all over the place. Dat heb ik haar meerdere ke­ren horen zeggen, tegen Ruud en tegen de vader van Ruud (die me altijd groet met ‘dag jongen’ en de rest van het eten naar zijn tele­foon kijkt) maar ook tegen papa. Ze zei het tegen mijn meester na de paasoptocht waar ik even van de groep afweek om een haas te achtervolgen, een échte haas, niet de moeder van Judith die in een hazenpak de groep leidde, en die met haar harde stem alle echte hazen de stuipen op het lijf joeg, ik was die echte haas gevolgd en ineens was ik helemaal alleen en het bos leek eindeloos groot en hoog en toen dacht ik aan de verhalen van Gül en Eelco over kinder­lokkers die in de bossen waren en allemaal vreselijke dingen met me zouden doen, en het duurde niet lang voordat ik in paniek rondren­de, zoekend naar mijn groep, en over takken viel en me bezeerde aan een prikkelstruik, en ik stapte in de modder en mijn schoen raakte los en dus holde ik met één blote voet door, en ik weet niet hoe lang het duurde voordat ik de harde stem van de nep­paashaas hoorde, maar ineens was ik wel blij dat deze zo hard was. Toen ik de groep weer vond, keken alle kinderen me aan alsof ze een draak uit de struiken zagen komen, en mijn meester holde op me af, ‘Daar ben je, jongen toch, wat is er gebeurd?’, en ik zei ‘k­k­kinderlokker’, meer kwam er niet uit mijn keel want ik had vreselijk hard gerend en was nog steeds een beetje bang dat de kinderlokkers elk moment konden verschijnen, en het gezicht van de meester veranderde, hij bekeek de schrammen op mijn armen en mijn blote voet en hij slikte en slikte en er verschenen drie andere volwassenen naast hem, en ik begreep dat iedereen op mijn verhaal zat te wachten, dus legde ik uit dat ik op de vlucht was voor de kinderlokkers, ik had geen kinderlokker gezien, maar als ik Gül en Eelco moest geloven stik­ te het hier in het bos van de kinderlokkers, en de meester slaak­te een zucht en stond op en zette zijn handen in zijn rug en boog achterover en lachte één keer hard en kort en zei toen tegen de moeder van Judith, die haar hazenkop had afgetrokken en in haar hand hield: ‘Verdomme, ik dacht, ik dacht,’ en verder kan ik me niet herinneren wat er gebeurde, behalve dat Claudia op school naast mij en de meester kwam staan toen hij mijn schoen – ik weet niet wie hem had teruggevonden – met een doekje schoonwreef, en zei: ‘Hij is toch ook wel all over the place, hè,’ en het klonk niet zo aardig, ook al zei ze het met een glimlach, het klonk als een reden om mij als laatste te kiezen bij gym, en de meester zei: ‘Nu even niet, Clau­dia,’ en keek naar de openstaande deur van het wc­-hokje waardoor ze met wat onverstaanbaar gemompel verdween.

(…)


Bouke Schut. Foto door Kelli de Vriendt.

Bouke Schut is redacteur bij literair platform Karakters. Pendelend tussen Amsterdam en Antwerpen schrijft hij over alles wat op zijn pad komt. Eerder werk verscheen in o.a. Kluger Hans #35 Denkmal en #36 Het Fenikscomplex , De Optimist, cineville.nl en Filmmagie. 

Wil je dit verhaal graag helemaal lezen en/of het ook op papier bemachtigen om je collectie mee te vervolledigen? Dat kan! Koop #42 Chaos in onze webwinkel of in een van deze boekhandels. Of word abonnee, dan krijg je automatisch #42 Chaos toegestuurd als welkomstexemplaar. Dat is meteen ook de beste manier om ons te steunen.


DIT BERICHT DELEN