11 december 2023
roergebied

Image

Jens Meijen kiest ook voor … ‘Zeeanemonen’ van Esther De Soomer.

Peetouder Jens Meijen koos ook een tweede favoriet uit het nieuwste nummer, namelijk ‘Zeeanemonen’ van Esther De Soomer. Hier lees je zijn gedachten bij het verhaal en kan je al een eerste blik op de tekst werpen, waaronder de slotpassage die hij zo treffend vond.

Jens Meijen. (Foto: Simon Debbaut.)

“Ook vond ik ‘Zeeanemonen’ van Esther De Soomer erg indrukwekkend. Het zielloze, corporate kantoor is intussen een veelvoudig gebruikte setting, en dat maakt het niet eenvoudig om goed te gebruiken in een verhaal. Met sterke beeldspraak, goed volgehouden zeemetaforen en heel wat fantasie doorprikt dit verhaal de zielloze, grijze drab van een kantoorjob met life coaches, mindfulness, en excelbestanden waarin enkel krullerige fonts nog wat entertainment bieden.”


Beeld op de linkerpagina: werk van Luca Vanello.

‘Zeeanemonen’ van Esther De Soomer

Monica drukte haar andere wang tegen de koude tegelvloer en probeerde zich voor te stellen hoe het zou zijn als ze haar verstand zou verliezen, maar ze had te weinig verbeelding om die gedachte af te maken. Dus dacht ze aan Oscar, die al bijna een jaar niet meer op de negende verdieping werkte omdat hij life coach was geworden, en mensen hielp om hun leven
te transformeren, een job die misschien gepaard ging met praatjes over zeeanemonen en verankering en stervende hersenen.

Als je vijftien, twintig minuten roerloos in een trappenhal ligt, kan je aan veel dingen denken. Maar uiteindelijk verslapt je geest en blijft er een lichaam over dat alleen met zichzelf en zijn roerloze toestand bezig is. Zo ging het ook met Monica, die na een tijdje helemaal niets meer dacht, behalve dan dat ze gewoon zou kunnen blijven liggen, zolang ze maar heel stil zou zijn. Dat niemand op de negende verdieping haar verdwijning zou opmerken, net zoals voordien niemand haar verdwijnen had opgemerkt.
En ondanks haar ongemakkelijke houding vervulde die gedachte haar heel even met een diepe tevredenheid. Toen duwde iemand twee verdiepingen boven haar krachtig de branddeur naar het trappenhuis open. Haastige voetstappen galmden de trap af. Een man, vermoedde Monica. Als hij haar hier zo zou zien liggen. Misschien zou hij haar in zijn armen nemen. Haar zachtjes wiegen, tussen de tweede en derde verdieping. Maar dat idee vond ze, nadat ze zich er even in gewenteld had, toch te pathetisch. Dus stond ze tijdig op, zoals ze altijd tijdig opstond voor een dag zonder gebeurtenissen. Een man met een baard, telefoon in de linkerhand, liep langs haar heen. Ze had hem een paar keer eerder gezien, Oscar had nog met hem samengewerkt, en ze wilde hem begroeten, maar hij leek haar niet op te merken, alsof ze al verdwenen was. Zijn telefoon ging. “We doen het anders,” zei hij, en “weet je wat er nodig is?”, en toen was hij al te ver om de gespreksflarden nog te kunnen verstaan. Nodig zijn, dacht Monica, en omdat haar voorstellingsvermogen waarschijnlijk niet ver genoeg reikte om daar iets concreets aan te koppelen, besloot ze op te houden met denken en de lange trap naar de negende verdieping verder te bestijgen.

Ondertussen, veel later – Daria werkt al lang niet meer als receptioniste in het kantoorgebouw en de liften zijn vervangen door nieuwere, stillere exemplaren – denkt Monica nog af en toe terug aan die ochtend terwijl ze cijfers van de ene Excel-kolom naar de andere verschuift. Dan hoort ze de zee ruisen, voelt ze de koele tegels en de restwarmte van een tevredenheid die ooit bestaan heeft. Ze hoort de voetstappen van de man die haar niet zag. En als iemand ernaar zou vragen, zou ze precies kunnen vertellen hoe zeeanemonen hun hersenen laten afsterven. Ze zou zwembewegingen maken om de routes van de larven te imiteren. Met elegant zwaaiende armen boven haar hoofd zou ze tonen hoe de tentakels zich uitstrekken naar voedsel. En bij het stukje over de dode hersenen zou ze haar hoofd op haar borst laten vallen en stil zitten, heel stil, een kwartier of twintig minuten, en dan langer, tot ze helemaal niet meer werd opgemerkt.


Wil je graag het volledige verhaal van Esther De Soomer verslinden? Koop #45 Mutaties in onze webwinkel of in een van deze boekhandels. Of word abonnee, dan krijg je meteen #45 Mutaties toegestuurd als welkomstexemplaar!


Esther De Soomer (Foto: Marcel Bretzel.)

Esther De Soomer (1986) schrijft proza in het Nederlands en het Duits. Ze publiceerde onder meer in De Gids, De Groene Amsterdammer, hard//hoofd, Sprache im technischen Zeitalter, poetin en mosaik. In 2017 nam ze deel aan de Parijsresidentie van deBuren, in 2018 aan de Autorenwerkstatt Prosa van het Litarisches Colloquium Berlin. In 2019 was ze genomineerd voor de Anil Ramdas Essayprijs.


DIT BERICHT DELEN