5 maart 2021
roergebied

Image

Yentl van Stokkum – IEMAND VRAAGT WAT DE VROUW WIL VERBERGT ZICH ACHTER HOE OUD DIE VRAAG IS EN MAAKT MIJ EN MIJN VROUWEN ZO TOT EEN ANDER

Op 17 maart verschijnt jong talent Yentl van Stokkums debuutbundel Ik zeg Emily. Wij werden nieuwsgierig en vroegen haar, samen met De Nieuwe Oost, om voor ons een nieuw, wervelend gedicht te schrijven. En dat deed ze! Het gedicht IEMAND VRAAGT WAT DE VROUW WIL VERBERGT ZICH ACHTER HOE OUD DIE VRAAG IS EN MAAKT MIJ EN MIJN VROUWEN ZO TOT EEN ANDER lees je hieronder.

Yentl van Stokkum.

ik laat foto’s zien waarop wij in de schemering
mysterieus staan te wezen

ik laat foto’s zien waarop wij proberen een rots te beklimmen
voeten trappen op rokken
het schiet niet op

ik laat schilderijen zien waarop we onze benen spreiden
geen gezicht op te bekennen
je ziet borsten van onderaf ook dat is landschap
kleine haartjes rond tepels aderen als de armen van de rivieren waarin ik ooit zwom
ik was een kind naakt ik sprong overal in

ik laat een sculptuur zien van een vrouwenlichaam
huid beweegt en golft vormt stekels en bergen
alsof hij afstand van het lichaam wil nemen
het lichaam zelf is gekromd
gehurkt de handen reiken
naar de grond

ik pak een koektrommel uit mijn kast
laat de polaroid zien waarop ik opgekruld op mijn tapijt lig
perzische patronen vermengen zich met mijn haar
mijn ogen zijn dicht mijn wimpers trillen zacht

ik toon snapshots van verlangens
de rug van de man van wie ik wakker lig
de klank van zijn stem

ik laat foto’s zien waarin ik het eigenlijk ook niet weet
en foto’s waarop mijn ambitie tomeloos is
op de achterkant staat dat ik prijzen zal winnen

ik laat de uitgeknipte recensies zien die ik vrees en voorvoel
woorden als afstandelijk
onorigineel
angstig
navelstaarderig
millennialpoëzie
onderstreept

ik laat een foto van mijn perfectionisme zien een röntgenplaat
van mijn hart

hij is bewogen

er is een zelfportret waarop je mijn ribben ziet
was dit waar je om vroeg?

ik schuif je mijn onberekenbare foto’s toe
laat de filmstrips zien waarop ik drink en rook
geef je een excelbestand van mijn schaamte
alle avonden die ik terug had willen draaien
staan op chronologische volgorde

ik geef je beelden waarin ik probeer te verdwijnen
een foto van een vrouw achter een gordijn
een foto van een vrouw met een rol behang in haar hand
een foto van een vrouw te dicht bij de rand van een balkon
ze lacht er is geen dreiging
een foto van een vrouw in een bos zonder bereik
diezelfde vrouw zit nu in een boom
een foto van een vrouw in de nacht
ze is onzichtbaar maar staat erop geloof mij
maar

ik geef je de schets die ik maakte
waarop een ander tegen mij aanligt
ik perfect in dat lichaam pas

met ecoline heb ik geprobeerd het gevoel te tekenen
van zijn handen en hoe ze mij traceerden
er viel een glas water overheen
alle kleuren zijn door elkaar vervloeid
zelfs als het kon zou ik ze niet achterhalen

ik geef je de omhelzing van mijn moeder
de e-mails die ik aan mijn vader schreef
in deze alinea probeer ik iets uit te leggen
deze specifieke mail heb ik zesentwintig keer herschreven
het woord ik komt te vaak voor
hoe moet ik mij begrepen voelen?

ik geef je zijn antwoord en het lied dat hij me stuurde
ik geef je vijf over vier ’s nachts
en dit slapeloze lichaam mijn altijd trillende handen

ik stuur je een artikel toe
het staat in een gerenommeerd blad en is van een gerenommeerde schrijfster dus
het zal wel kloppen

ik laat foto’s zien van een revolutie
ik laat foto’s zien van een historisch kaliber
ik laat foto’s zien van massa’s
via mijn telefoon stuur ik je filmpjes van schattige dieren
schattige mensen
schattige kinderen

ik tik een oud gelukskoekje open
het is oneetbaar
ik zoek iets universeels
iets bevredigends

in het moma wordt een tentoonstelling ingericht
in het stedelijk wordt een tentoonstelling ingericht

we ronden ons gesprek af

ik zal nog jaren foto’s sturen van diverse bloemensoorten
van landschappen die zuurstof produceren en dus noodzakelijk zijn voor
deze tijd
en de toekomst en de veren die ik er vond
ik stuur potjes aarde op ik noem het monsters ik noem het archief
ik stuur grondwater en dansinstructies en uiteindelijk
losgescheurde pagina’s ieder antwoord is een zwaktebod ik stuur het
gebeente van een vogel  ook dit kan frustratie zijn een stuk boombast
feilbaarheid is waanzinnig wat dat betreft
ik stuur theezakjes vol bloesem en eindeloos veel close-ups van mijn gezicht


Yentl van Stokkum (°1991) is toneelschrijver en dichter. Ze studeerde aan de HKU en publiceerde onder andere in Tirade, op Samplekanon en op Hard//hoofd. In 2017 werd ze geselecteerd voor het Slow Writing Lab, het talentontwikkelingstraject van het Nederlands Letterenfonds. Binnen het Slow Writing Lab begon ze met het schrijven van poëzie over Emily Brontë. Yentl is ook maker bij De Nieuwe Oost.

Haar bundel Ik zeg Emily verschijnt op 17 maart 2021 bij Uitgeverij Hollands Diep. Het is een bundel die zich tussen poëzie en spookverhaal in bevindt waarin een jonge dichter het graf bezoekt van een door haar geliefde schrijver en bezeten terugkeert. Ik zeg Emily onderzoekt de grens tussen bewondering en liefde, bezwering en gedicht, reis en ritueel, maar vooral de delicate lijn tussen het zelf en de ander.


DIT BERICHT DELEN