16 juni 2020
roergebied

Image

Joost Oomen kiest ook voor … ‘Luchtledig’ van Jordi Möllering

Peter Joost Oomen koos twee favoriete teksten uit #38 Het belang van het irrelevante. Eerder verscheen ‘Roze’ van Anne Broeksma al online als favoriet van Joost. Nu geven we je zijn andere keuze mee: ‘Luchtledig’ van Jordi Möllering.

Het andere dat ik koos is het sci-fi verhaal ‘Luchtledig’ van Jordi Möllering. In elf aftellende delen, als bij een raketlancering, vertelt Jordi een liefdesgeschiedenis die ergens tussen de Aarde en de sterren zweeft. Romantiek en hemellichamen, een prima combinatie!


Luchtledig

___ 11
Ik heb er altijd van gedroomd een maan te zijn. 
Of een satelliet.
Maar liever een maan.

___ 10
Waar zal ik voelen wat ik vroeger in mijn borstkas voelde?
Nooit gedacht dat ik zou popelen om Europa onveilig te maken
op krabbenpootjes.

___ 9
De stukken ruimtepak en mijn nutteloze stompjes worden eerst
vlekken, dan glinsteringen. De overgang van glinstering naar zwart
blijft ongrijpbaar.
Soms moet je iets verliezen om iets te vinden.

___ 8
‘Wieltjes of pootjes?’
‘Pootjes zijn beter voor op ijs.’
Jaren zag ik niemand. Vandaag twee mensen. 
‘Je zal een stuk sneller zijn met je nieuwe motor.’
‘Bedankt, Roberto. Misschien zien we elkaar nog eens.’
‘Het universum is klein’, zegt hij.
De ambulance glijdt geruisloos weg tussen de sterren.

___ 7
‘Wij zijn zwevende reserve-onderdelen,’ zegt ze.
Ze maakt zich van me los en tolt over me heen. Mijn pak scheurt,
ik hoor het sissen. 
‘Een ambulance is onderweg’, staat in mijn gedachten geschreven.
Ik verdrink nog één keer in haar ogen en weet wat ik moet doen.
Nieuwe koers: Europa.
De motoren brullen en zij is opgegaan in het diepe donker. Ik kan
niet meer vragen hoe ze heet.

___ 6
‘Zullen we samen ontsnappen’, zegt ze. 
‘Hoe dan?’
Een universum aan antwoorden huist in haar pupillen. Een warme
golf zwelt in mijn borstkas, vroeger had het mijn traanbuizen
geactiveerd.
We omhelzen elkaar in onze pakken. Zij sluit haar ogen, alsof we
zoenen. Ik spiek, zoals ik vroeger deed als ik Sarah kuste.

___ 5
‘Wat is jouw koers?’ 
‘Jij bent mijn koers.’
Ze lacht. In een oude reflex krullen mijn mondhoeken omhoog. 
‘Dan gaan we samen naar Europa. Mars is vol.’
‘De maan Europa?’ Ze lacht weer. Natuurlijk bedoelde ze Jupiters
maan. ‘Dan zijn we nog wel even onderweg.’

___ 4
De glinstering is een vlek geworden.
Inmiddels weet ik zeker dat het een ander is. 
Ik weet het gewoon.

___ 3
Het is vandaag honderdvijftig Gregoriaanse jaren geleden dat Sarah
nieuwe longen kreeg. Ze was een pionier.
Er werd toen nog gedebatteerd over waardig sterven. Nu is het alleen
nog leven wat telt. Nieuwe koers: de glinstering.
Voor het eerst in jaren bulderen de motoren op mijn rug. Voor het
eerst in jaren voel ik richting.

___ 2
Ik weet niet of ik denk zoals ik vroeger deed.
Als ik daarover nadenk ontstaat dezelfde kortsluiting die ik als
kind voelde toen ik me bewust werd van mijn eindigheid en
nietigheid. 
Of toen ik de aarde – die me uitkotste – voor het eerst vanuit
de ruimte zag. 
Ik zie een glinstering die geen ster is; misschien een brokstuk,
misschien iemand zoals ik. 

___ 1
Ik heb alles wat ik altijd wilde. 
Alle tijd, alle kennis.
Maar in deze leegte stelt het niks voor.


Lees ‘Luchtledig’ van Jordi Möllering in #38 Het belang van het irrelevante.


DIT BERICHT DELEN