14 december 2023
roergebied

Image

Twan Vet kiest ook voor … het tweeluik van Puck Füsers

Het is intussen tijd voor de allerlaatste peetouderkeuze van #45 Mutaties. Het poëtisch tweeluik van Puck Füsers trok meteen de aandacht van Twan Vet en sprak tot de verbeelding. Lees hieronder zijn appreciatie voor de tekst én het volledige gedicht.

Twan Vet. (Foto: Ivar Elstrodt)

“In het tweeluik van Puck Füsers hangt iets in de lucht – het is een onheilspellend iets denk ik, er is een gesprek, en soms ook de afwezigheid daarvan. Er wordt niet geschreven over welke woorden er precies worden gewisseld, maar de prachtige beelden en de knap gevonden metaforen onthullen dat het moeilijke woorden geweest moeten zijn. Goede gedichten bestaan voor mij uit regels die ik wil onthouden, zinnen die aan mijn gedachten blijven kleven als ik doodnormale dingen doe: afrekenen in de supermarkt, het zetten van koffie, het wandelen naar een huis waar ik moet zijn. Dit tweeluik zit vol met dat soort zinnen. ‘ik druk mijn hoofd tegen zijn borst als een paard’, bijvoorbeeld: ik heb een paard nog nooit het hoofd tegen een mensenborst zien drukken, maar toch zie ik het voor me. Of ‘zijn de randen van mijn silhouet me nog niet moe’ – een poëtische vraag die beklijft. En mijn favoriet: ‘is dit nu een microfoon die ik zijn gezicht in druk of is het een muilkorf’. Moet de man gaan praten, of juist zwijgen? Door dat soort zinnen wil ik dit gedicht keer op keer herlezen, zitten  tegenover de man die geen vragen wil beantwoorden, naast de ik die handen heeft die niet heel willen blijven. Door dit tweeluik wil je even de adem inhouden, tijger je van de ene naar de andere regel, blijf je na de laatste zin zelf achter met meer vragen dan antwoorden, maar vooral met het besef dat je iets uitzonderlijks hebt gelezen.”


Het tweeluik van Puck Füsers:

I.
de man tegenover me noemt me een uitgangspunt kijkt me steeds
indringend aan ik druk mijn hoofd tegen zijn borst als een paard
de maan bungelt uitgeput in de lucht en ook mijn handen hebben
het lef niet meer om heel te blijven stel me nog een vraag
over het weer over de geur van zijn zweet hoe lang en onuitputtelijk
kan deze avond nog zijn
hij slaat zijn armen nooit om me heen van veraf zijn we
een uitgeklapte ladder een tweeledig object
ik kantel steeds verder
als ik luister hoor ik wat er klopt
aan dit verhaal op welke plekken het nog mis kan gaan

II.
de man tegenover me beantwoordt geen vragen is dit nu een microfoon
die ik zijn gezicht in druk of is het een muilkorf soms ben je zo dichtbij
dat je niet meer ziet waar je naar kijkt
hij slaat zijn ogen telkens neer maakt nooit contact
zijn ledematen trekken zijn romp in hij wordt vanbinnen
vloeibaar warm en misselijkmakend log
ben ik niet al dagen met mijn vuisten tegen dit raam
aan het slaan zijn de randen van mijn silhouet me nog niet moe
nog niet langzaam vervaagd
jarenlang was hij alleen in dit gesprek nu trekt
hij zijn handen van me af hij raakt me kwijt in wat hij zegt


Lees je graag meer en muteer je samen mee met de rest van de teksten? Koop dan #45 Mutaties in onze webwinkel of in een van deze boekhandels. Of word abonnee, dan krijg je automatisch #45 Mutaties toegestuurd als welkomstexemplaar!


Puck Füsers. (Foto: Gaby Jongenelen)

Puck Füsers (Maastricht, 2002) schrijft poëzie en teksten die op poëzie lijken. Haar werk verscheen bij Notulen van het Onzichtbare en Hard//hoofd en ze trad op bij onder meer Poetry International, Dichters in de Prinsentuin, Frontaal en het Wintertuinfestival. In 2021 won ze de schrijfwedstrijd Write Now! met een gedichtenreeks over opgroeien in het digitale tijdperk. Puck zit in het talentontwikkeltraject van Wintertuin. 


DIT BERICHT DELEN