5 juni 2023
roergebied
We laten graag de andere favoriete tekst van Yasmina El Messaoudi op je los! Eerder kon je hier al lezen waarom Yasmina ‘Rug Recht‘ van Marcelle Stoutjesdijk zo goed vond. Daarnaast koos ze ook voor ‘Al het zout van de zee’ van Nick De Weerdt:
“Ik hou van de zee. En ik hou van teksten die lezen als een filmscène. Waarin je elke handeling, gedachte en gevoel lijkt te doorleven. Alsof je geen medereiziger bent, maar het personage zelf. Ik kon dus niet wachten om te weten wat ik zou doen. Als ik zie hoe het strand wordt overgenomen door een kolonie kwallen en mijn vriend onvindbaar is. Hoe ik zou omgaan met de wanhoop, de onzekerheid, en de huissleutel die hij heeft achtergelaten. Een prachtig verhaal in al zijn eenvoud. Omdat het in je hoofd kruipt, op plekken waarvan je niet wist dat ze bestonden.”
‘Al het zout van de zee’ door Nick De Weerdt
Op de dag dat dat de kwallen aanspoelden, verdween je. Ik keek op de bank naar de journaalbeelden terwijl ik uit een dampende soepkom rijstnoedels at. Het strand was afgezet met politielint en zowel de kustwacht als de brandweer bewaakten de zone. Langs de linten dromden kijklustigen samen. Vaders droegen hun kinderen in de nek en wezen hen de branding aan. Sommige toeschouwers lieten zich interviewen door de aanwezige reporters. Er stond een gure wind die het losse zand in de achtergrond deed opwaaien. Zilvermeeuwen zwermden krijsend boven de aangespoelde kwallen. Nergens vonden de vogels een plek om te landen, waarna ze zich klagend terugtrokken richting de zee. Ik zette het geluid van de televisie stil omdat ik dacht dat je in de slaapkamer lag te rusten. Een drone of helikopter maakte beelden vanuit de lucht: vanop die duizelingwekkende hoogte hadden de dode dieren veel weg van noppenfolie. Alsof de kwallen het zo geregisseerd hadden. Kilometers aan kilometers van noppenfolie, voldoende om de gehele Belgische kust in te pakken. Honderden miljoenen dode kwallen. Op een kaart werd het rampengebied gemarkeerd. De rode lijn liep van Duinkerke over de gehele Belgische kuststrook tot iets voorbij Den Haag. De noedelsoep zinde me niet meer.
Ik schakelde de televisie in slaapmodus, kieperde mijn kom uit boven een zeef in het aanrecht en besloot een blik in de slaapkamer te werpen. Het bed was leeg en onopgemaakt, zoals ik het deze ochtend had achtergelaten. Dat alarmeerde me niet. Het gebeurde vaker dat je na een nachtdienst bij je ouders binnenwipte en daar in je oude zolderkamer sliep. Je hield van de kinderlijke geborgenheid die de tienerposters en de verzameling knuffelberen uitstraalden. De aanwezigheid van je ouders die in het huis onder je karweitjes opknapten of de krant lazen, stelde je gerust. Je klaagde altijd over de stilte overdag in het appartement. Soms moest je die ontvluchten en als ik ’s avonds thuiskwam, vond ik de ramen wagenwijd open zodat de stadsgeluiden ongehinderd binnen gutsten.
Je telefoon sloeg meteen over op voicemail. Wat me verontrustte was dat je spraakopname was verdwenen. In plaats daarvan somde een robotstem de cijfers van je telefoonnummer op in drie verschillende talen. Je ouders hadden je al heel de week niet gezien. Ze probeerden me gerust te stellen. Je zou wel komen opdagen. Ik inspecteerde kleerkasten en de badkamer, maar alles was daar. Ik belde je nog een paar keer op, tot ik toevallig op de commode in de inkomhal je huissleutel zag liggen. Hij was ontdaan van zijn sleutelhanger. Toen pas onderkende ik dat je was vertrokken.
Nergens op de voor de hand liggende plekken vond ik een afscheidsbriefje. Aan de koelkast hing nog een doktersvoorschrift voor jouw astmamedicatie. Ik had iets nodig om mijn aandacht op te richten dus ruimde ik de keuken op. Toen ik op het punt stond de uitgelekte noedels weg te gooien, vond ik in de vuilnisbak je sleutelhanger. Een plastic dolfijntje, dat ik halvelings als grap voor je kocht van een strandventer in Egypte. De flanken van het zeezoogdier waren bekrast. De kraalogen staarden me aan. Ik begroef haar onder een piramide van noedels.
De hele avond wachtte ik op je. Om de tijd te doden keek ik naar de nieuwsherhalingen van de kwallenramp. Ze hadden er in de televisiestudio een marinebiologe bij gehaald die voorzichtig enkele veronderstellingen op tafel legde. Het gradueel opwarmen van het water, veranderende zeestromingen en de felle, aanhoudende rukwinden werden als eerste hypotheses klinisch opgesomd.
‘Het moet een magnifiek zicht geweest zijn om ze in het water te mogen aanschouwen. Kwallen leven in weelderige zwermen. Het is niet ongewoon dat ze zich vlak onder het wateroppervlak schuilhouden. Enkel deze aantallen, …’ De biologe haperde, draaide haar blik recht in de camera en verzuchtte: ‘We weten nog steeds bitter weinig over het leven in de zeeën en oceanen.’
Ik werd de volgende ochtend wakker op de bank. De sleutelhanger in mijn hand liet ik vallen, alsof het ding me had gestoken. Ik herinnerde me niet dat ik hem gisteravond uit de vuilnisemmer had opgevist. De televisie had zichzelf uitgeschakeld, maar toen ik hem met de afstandsbediening opnieuw aanzette, was het eerste beeld een close-up van één van de kwallen. Er was niets veranderd. In de nacht had ik een oproep gekregen van jouw werk. Je was niet komen opdagen voor je shift. Ze maanden me aan om je zo snel mogelijk te laten terugbellen. Ik schakelde mijn telefoon uit. In een steelpannetje warmde ik havermout op in amandelmelk en lepelde het goedje werktuiglijk naar binnen. De volle maag hielp me van mijn besluiteloosheid af. In de slaapkamer duurde het even voor ik het thermisch ondergoed vond. Jij bewaakte altijd de orde in onze beide kleerkasten. Ik koos een muts die aan de binnenkant was gevoerd met namaakbont, een paar handschoenen en een zwarte, wollen sjaal. Jouw sleutel liet ik in mijn jaszak glijden, ik liet mijn telefoon achter op de keukentafel en sloot het appartement achter me af.
(…)
Wil je het volledige (en deftig uitgelijnde, de coulissen van onze website laten maar een beperkte opmaak toe) verhaal lezen? Koop #44 Blur in onze webwinkel of in een van deze boekhandels. Of word abonnee, dan krijg je automatisch #44 Blur toegestuurd als welkomstexemplaar. Dat is meteen ook de beste manier om ons te steunen.
Nick De Weerdt (°1989) woont met zijn echtgenoot en hun pleegzoon in Antwerpen. Hij behaalde een master Nederlands aan de Universiteit Antwerpen en werkt als leerkracht in het buitengewoon onderwijs. In de late avonduren sleutelt hij aan zijn debuutroman.
Ander kort werk verscheen o.a. in De Optimist en Tijdschrift Ei.
DIT BERICHT DELEN